De consumptie in Nederland is in mei weer aangetrokken, na een stabilisatie in april. Consumenten gaven 1,4 procent meer uit dan in mei 2015, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag. In april werd nog evenveel gespendeerd als een jaar eerder.
De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen zaten in mei met 2,3 procent in de lift. Aan duurzame goederen, bijvoorbeeld woninginrichting en huishoudelijke apparaten, gaven consumenten 2,2 procent meer uit.
Diensten, zoals woninghuur, verzekeringen, reizen met bus of trein en een bezoek aan een restaurant of de kapper waren goed voor 1 procent meer bestedingen. Verder werd 1,3 procent meer geconsumeerd aan overige goederen, waar bijvoorbeeld gas onder valt.
(klik voor vergroting)
Consumenten zijn nog altijd in meerderheid positief gestemd, blijkt uit peilingen van het statistiekbureau. Met een score van 1 ligt het consumentenvertrouwen in juli ook ruim boven het gemiddelde over de afgelopen twintig jaar (min 8). Daarmee is het vertrouwen nu ongeveer gelijk aan dat in mei.
(klik voor vergroting)
Vorige maand waren consumenten in doorsnee wel iets optimistischer (plus 4). Vooral het oordeel over het economisch klimaat daalt. Dit heeft vermoedelijk te maken met alle onzekerheid rond de brexit. Ook de koopbereidheid is in juli een fractie afgenomen.
Jongere heeft meer vertrouwen
Het verschil in consumentenvertrouwen tussen jongeren en ouderen wordt steeds groter. Hoe jonger de consument, hoe meer vertrouwen in de economie en de eigen financiën.
Het consumentenvertrouwen ligt sinds het uitbreken van de crisis in 2008 lager dan in de vijf jaar ervoor. In de leeftijdsgroepen tot 49 jaar nam het vertrouwen na de crisis echter weer toe, terwijl mensen boven de 60 jaar steeds pessimistischer werden.
(klik voor vergroting)
Volgens het CBS is het vertrouwen na de crisis vooral onder bankiers en andere medewerkers van de financiële en zakelijke dienstverlening gedaald. Toch behoren ze nog steeds tot de minst sombere beroepsgroep. Mensen die werkzaam zijn in de landbouw en visserij en onderwijs, cultuur en overige dienstverlening zijn positiever geworden. Medewerkers in de zorg en welzijn zijn het meest pessimistisch.
Verder blijkt dat mensen met hogere inkomens optimistischer zijn dan mensen met minder geld. Na het uitbreken van de crisis nam het vertrouwen onder alle inkomenscategorieën af, behalve onder de hoogste.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl